Differentiatie- fase- en basistherapie

Differentiatie- fase- en basistherapie

Deze drie therapievormen zijn specifiek gericht op het behandelen van kinderen, jongeren en volwassenen met hechtingsproblemen en bieden eveneens ondersteuning aan de omgeving (ouders en of verzorgers). 

Bij differentiatietherapie is het uitgangspunt dat een kind met een hechtingsstoornis niet of nauwelijks kan onderscheiden. Dit uit zich in het allemansvriendgedrag en het inwisselbaar zijn van volwassenen, waardoor het verblijven in een gezin (pleeg, adoptie) erg moeilijk kan verlopen. In de differentiatietherapie wordt het differentiëren systematisch aangeleerd om zo doende de hechtingsmogelijkheden te ontwikkelen. De differentiatietherapie wordt meestal gevolgd door de fasetherapie.

In de fasetherapie staat de nabijheidbeleving van het kind/de jongere met een hechtingsprobleem centraal. Uitgangspunt is dat een dergelijk kind/jongere de nabijheidsvormen die elke ontwikkelingsfase kent, niet heeft ervaren. Het gevolg is dat relaties niet aangegaan kunnen worden, niet in vriendschappen en niet in intieme relaties. In de fasetherapie gaat het kind samen met zijn ouders/verzorgers die verschillende nabijheidsvormen ervaren. De regie ligt ook in dit deel van het proces bij de therapeut, maar gebeurt in nauwe samenwerking met de ouders/verzorgers die een deel van de behandeling uitvoeren.

Basistherapie is de behandelwijze voor volwassenen en jongeren met de gevolgen van een hechtingsproblematiek. Systematisch worden deze gevolgen bewerkt. Thuis doe en oefen je veel zelf.  Deze behandeling is in de praktijk ontwikkeld  in navolging  van de andere twee therapievormen. Het is een intensieve behandeling die kadert binnen een ruimer psychotherapeutisch proces.

Meer informatie over deze therapievormen en de ontwikkeling ervan kan u vinden op de website www.hechtingsproblemen.nl